Op Neurologie

 We worden opgehaald door 2 mannen van de afdeling Neurologie, die me in een rolstoel met een dekentje mee naar boven nemen. Ik ril, want ik heb het koud, tegelijkertijd flitsen de lampen boven me voorbij en gaat alles veel sneller voorbij dan ik bij kan houden. Ik kan niet opletten waar we heengaan en het maakt me ook niet uit. Ik wil nog steeds slapen, want ik voel me steeds vermoeider worden. Eenmaal op de afdeling mag ik gelukkig weer liggen en volgt er een in check met een aantal vragen. Op de agenda staat nog een serie bloedprikken, een MRI en nog een CT. Lief belt de familieleden, nu blijkt dat het toch serieus genoeg is om mensen te laten weten wat er gaande is, terwijl het gaande is. In eerste instantie dachten we te wachten tot we meer zouden weten, maar wat we nu weten is ernstig genoeg om te bellen. Hij doet het met tranen in zijn ogen en ik weet niet hoe hij het voor elkaar gekregen heeft om er een duidelijk verhaal van te maken. 

De MRI scan is spannender dan de CT. Vooraf haalt iemand alle plakkers van mijn lijf, die ik kreeg van de ambulance mannen, maar ook op de SEH hadden ze er een paar bijgeplakt. De plakkers kunnen opzich geen kwaad maar doordat er metalen drukknopjes op zitten die evt wat warm zouden kunnen worden, moeten ze er toch af. Mijn ring mag in een bakje die op mijn bed blijft staan en samen met de radiologe wankel ik richting de tafel van de MRI. Het lopen gaat een stuk slechter dan vanmorgen en ik heb moeite om niet om te vallen. Ik krijg oordopjes in en daar overheen nog oorkappen tegen de herrie. Ik mag niet bewegen, maar als ik me niet goed voel, mag ik in een bolletje knijpen wat ze in mijn handen parkeren. Ik probeer niet te trillen, maar eigenlijk is mijn enige gedachte, wat als ik een aanval krijg in dat ding? Woorden vinden voor die vraag lukt niet, dus ik knik alleen als ik het bolletje mag testen. Ja, dit kan ik. Omdat ik toch ril, legt iemand een handdoek over mijn lichaam. De koorts is nog steeds aanwezig en ik blijf het koud hebben. Omdat er een ventilator wat wind blaast door het apparaat, verwacht de radiologe dat ik het nog iets kouder ga krijgen en dan is een handdoek fijn. Ze zijn met zijn tweeën en stellen me gerust dat ze dichtbij zijn en mij kunnen zien, ook al kan ik hen niet zien. Dan schuiven ze me in het apparaat. Er worden verschillende scans gemaakt en tussen elke scan vertelt een mechanische stem hoe lang het precies gaat duren. Ik heb geen klok natuurlijk, maar het is een fijn gevoel om telkens in kleine stapjes de taak van stilliggen, te volbrengen. Halverwege spuiten  ze wat contrastvloeistof in, wat duidelijk ander spul is dan die ik vanmorgen bij de CT scan kreeg. Dit geeft alleen een koud gevoel in mijn arm, terwijl die van vanmorgen door mijn hele lichaam ging en warmte veroorzaakte. Door de contrastvloeistof kan er een beter beeld van mijn hoofd gemaakt worden. Waarom de eerste helft zonder en de tweede met contrastvloeistof is, is me niet duidelijk maar het maakt me ook niet uit. Maak die foto en go. Het geluid hoor ik door de oordopjes en gehoorkappen heen, maar is gelukkig goed vol te houden.

Terug op de afdeling is Lief er gelukkig ook weer en samen praten we even. Mijn spraak is wat vertraagd en op woorden komen is lastig, maar het lukt en even is er een moment van rust in de gekte van deze dag. Dan probeer ik iets te zeggen, maar komen er geen woorden. Ik voel de tinteling opkomen en druk op de knop. Tegelijkertijd zie ik de paniek in zijn gezicht en vliegt de angst door mijn eigen lichaam. Hij rent weg, om iemand te halen, ik verval in schokken, kramp, verstijvingen en tintelingen. Als het voorbij is, staan er een boel mensen om mijn bed, een ervan heeft het getimed, het was nog geen 50 seconden. Het voelde veel langer, maar het is een geruststellende gedachte. Ik word overvallen door vermoeidheid en alles lijkt verwarrender dan het al was. Gelukkig weet ik wel antwoord op de meeste vragen, zoals waar ik ben en welke dag het is. Het praten is moeilijk en ze besluiten dat de CT scan maar even moet wachten want "mevrouw komt net uit een insult". Ik denk, mevrouw heeft inmiddels 3 insulten gehad en is er klaar mee voor vandaag, maar er komen geen woorden. Ik heb geen idee hoe laat het is, waar mijn Lief naar toe is en wat er allemaal aan de hand is. Ik kan alleen maar huilen en ik heb geen idee waarom. Als het bezoek rond mijn bed tevreden is over hoe helder ik ben, laten ze me alleen en gaat iemand van de verpleging op zoek naar mijn Lief. Hij bleek erg geschrokken te zijn en ze hadden hem ergens in de gang op een stoel geparkeerd zodat hij niet kon vallen en ook even kon bijkomen. Niet snel daarna krijg ik een infuus met iets tegen Epilepsie, een soort booster die mijn hersenen in no time kalm moeten krijgen. Als die er door is, volgt er een spoeling met gewone zoutoplossing om de aderen weer schoon te spoelen en daarna krijg ik 2 maal daags een tablet om de boel ook daadwerkelijk kalm te houden. Ik vind het een goed idee, want meer van die aanvallen zit ik niet op te wachten.

Het is inmiddels eind van de dag als de CT scan toch kan plaatsvinden. Wel moet er een verpleegkundige mee om evt te kunnen handelen als ik alsnog een insult krijg. Ik vraag me af waarom dat eerder niet hoefde, ondanks dat er al 2 insulten geweest waren en de kans op een 3e ook nog gewoon aanwezig was, maar ik laat het los...het is ook niet belangrijk. We doen de CT scan alsof ik inmiddels een pro ben. Dit keer slaan ze mijn hoofd over maar ligt de focus op beeldmateriaal van de rest van mijn lichaam, ook dit is met contrastvloeistof maar het doet me weinig. Ik ben zo moe, dat ik wil slapen. 



Reacties

Populaire posts van deze blog

Op school

Fietsen

On the road