De eerste nacht

 Het is fijn als eindelijk de dag voorbij is. Het licht gaat uit, de nachtdienst doet nog een laatste ronde en ik heb een Night Watch om mijn bovenarm. Die meet mijn hartslag en bewegingen en denkt daaruit op te maken wanneer ik een epileptisch insult heb, om daarna een waarschuwingssignaal naar de verpleging te sturen. Ondanks de intense vermoeidheid en flinke hoofdpijn, vind ik het toch spannend om in slaap te vallen en ben ik toch een soort van opgelucht ook weer wakker te zijn geworden. 

De dagen beginnen hier met medicijnen en dat is fijn. Mijn hoofd doet flink pijn en ik heb nog steeds koorts, dus paracetamol is meer dan welkom. Voor de rest krijg ik nog wat andere tabletten die keurig geleverd worden in een bekertje met mijn kamer en bednummer er op. Niet lang daarna komt het ontbijt. De voedingsdeskundige vraagt wat wil eten en ik wil iets antwoorden, maar er komt niks uit mijn mond. Ik heb geen idee wat ik wil eten maar ik kan ook niet zeggen dat ik dat niet weet. Ik blijf met open mond in een soort van pauze stand staan. De voedingsdeskundige is niet voor 1 gat te vangen dus stelt de vraag op een andere manier. Wat eet je thuis altijd? Deze vraag is makkelijker te beantwoorden en ik zeg dat ik beschuit eet. Ze heeft ook beschuit en serveert me er 2 stuks van, met hagelslag, zoals thuis. Samen met thee, jus d'orange, water en vla. Deze 5 dingen staan op het dienblad voor me, terwijl ze verder gaat naar de buurvrouw. Ik kijk naar mijn ontbijt en wil er aan beginnen, maar ik heb geen idee hoe en in welke volgorde. Natuurlijk weet ik hoe ik moet eten, ik heb de medicijnen eerder met water ingenomen dus ik kan ook slikken. Toch is het blad voor me een enorme puzzel. Stapje voor stapje maar en ik smeer de beschuit en beleg er een met de hagelslag. Het voelt als een enorme prestatie, maar als ik een hap probeer te nemen merk ik dat het slikken toch nog niet zo soepel gaat. Gisteren heb ik een sliktest gedaan en technisch gezien werkt alles, maar toch is het lastig. Ik besluit de beschuit te laten voor wat het is, want echt trek heb ik ook niet. Ik ga door naar de vla. Dat moet met een lepel. Ik zie het bestek liggen, ik weet welke de lepel is, maar het knopje omzetten om hem ook te pakken, lijkt niet zo makkelijk te zijn. Dan ineens lost het puzzeltje zich op en pakt verrassend genoeg mijn linkerhand de lepel. Ik ben rechts, dus dat is wat ongewoon. Verbaasd kijk ik naar mijn rechterhand, die uit het zicht verdwenen was omdat ie onder het bed tafeltje op de deken lag. Ik beweeg mijn vingers, ja, werkt gewoon. Raar. Mijn rechterhand neemt de lepel over van links en schept in de vla. Lastig, maar het werkt. Het voelt als een opdracht die uitgevoerd moet worden en ik proef weinig van de vla. Uiteindelijk is de ontbijtpuzzel opgelost en kan ik even uitrusten voordat de ochtendcontroles beginnen. 
De controles bestaan uit het beantwoorden van de vraag welke dag het is, of je weet waar je bent, krachttest of links en rechts nog steeds even goed bewegen, bloeddrukmeten, saturatiemeten en temperaturen. Nog steeds 38+, met 2 paracetamol. Ik snap gelijk waarom ik me zo gammel voel.
Na de controles komt ook de arts bij iedereen kijken hoe het gaat. Ze vraagt hoe ik me voel en ik wil iets zeggen, maar er komt niks anders dan tranen. Ik weet nog te snikken dat ik het een hele moeilijke vraag vind, maar daar blijft mijn inbreng dan ook bij. De verpleegkundige ratelt de resultaten van de eerdere controles op.

Omdat ik nog steeds koorts heb en dat niet echt "bij het beeld" past, besluit de neuroloog dat ze wat buisjes vocht uit mijn ruggenmerg wil tappen. Haar motivatie is dat het een onschuldige virus kan zijn, maar omdat "we" toch op Neurologie zijn, willen we het wel zeker weten. Mijn hoofd kan het nog steeds allemaal niet bijhouden, maar toe maar...ga er voor. Onder begeleiding van de neuroloog voert de arts assistent de procedure uit. Haar eerste keer, mijn eerste keer. Ik probeer niet te bibberen van de spanning en omdat ik in de hand van een verpleger mag knijpen, lukt dat goed genoeg om de naald pijnloos mijn ruggenmerg in te laten glijden. Achteraf moet ik huilen, niet omdat het pijn deed, maar gewoon omdat het allemaal zo spannend is en mijn hoofd het amper kan bijhouden. Ik krijg een mooie pleister en doe weer een dutje. In een later gesprek vertelt de arts dat het vocht wat ze af getapt hebben, laat zien dat ik hersenvliesontsteking heb. De virale variant en dat dat de koorts en de hoofdpijn veroorzaakt. Ondertussen zijn ook andere testen terug en blijk ik niks besmettelijks te hebben waarvoor ik in quarantaine zou moeten, dus dat is een mooie bijkomstigheid

Reacties

Populaire posts van deze blog

Op school

Fietsen

On the road