Een gewone dag

Een gewone dag in Maart. Ik sta op met hoofdpijn en koorts. Vervelend, maar het lijkt te heersen en ik heb het al dagen. Paracetamol doet niet zo veel en ik neem er ibuprofen bij zodat ik een beetje kan functioneren. Minikind moet naar school dus hup hup. Bij school sta ik nog even te praten met een vader en ik merk dat mijn tong raar doet en ik een soort van dronken klink. Raar, zou het zo koud zijn? Wat moet die vader wel niet denken, dat ik voor 8en al aan de borrel ben begonnen?

Dan gaat het helemaal mis. De helft van mijn hoofd tintelt, mijn arm voelt raar en alles lijkt scheef te trekken. Ik weet gelijk, dit is niet oke. Schoonzus (die eigenlijk niet mijn schoonzus is, maar we doen alletwee alsof dat niet zo is) was inmiddels bij me komen staan en ik hoor de paniek in haar stem. Tegelijkertijd weet ik, ze werkt in de zorg, dit komt goed. Samen zakken we naar de grond, waar mijn lichaam schokt, ik geen adem krijg en de stemmen naar de achtergrond verdwijnen.

Als het voorbij is, voelt mijn gezicht raar...maar ik ben zo moe dat het eigenlijk niet zo uit maakt. Ik lig op de grond en er staan aardig wat mensen om me heen. Ik lig op mijn rechterzijde en gelukkig zit mijn mobiel in mijn linkerjaszak. Ik geef hem aan schoonzus en mompel wat, in de wetenschap dat ze misschien wel weet wat ik bedoel. Ik wil mijn Lief, hij moet dit weten. De mensen om me heen zijn inmiddels druk met het verzamelen van jassen en dekens en een van die mensen is een engels sprekende meneer met 2 verschillende sokken. Ik denk dat hij op de fiets is, want 1 van zijn broekspijpen is bij elkaar gebonden. Op die manier flappert de broekspijp niet langs de ketting. Hij komt over alsof ie weet waar hij het over heeft en ik begrijp wat hij zegt, ook al is het engels. Ik antwoord in het engels terug. Gelukkig, dat werkt, is mijn gedachte, ik spreek nog "mijn talen". Het lijkt me achteraf niet iets om je druk om te maken, maar toen, daar op de grond, niet wetende wat er was gebeurd, was dat belangrijk. De engels sprekende man voor me, schoonzus achter me en er is iemand die mijn hand vast heeft en af en toe over mijn wang wrijft. Dat is fijn, van alle drie. Ik werk niet in de zorg en ik hou ook niet van aanrakingen, dus ik had er nooit zo bij stilgestaan, dat zulke dingen een verschil maken. 

Mijn verdere grote focus zijn de kinderen, want in elkaar zakken voor een school is niet de meest handige plek. En onder het raam van groep 4, waar mijn eigen dochter inmiddels is, al helemaal niet. Iedereen zegt dat het goed komt, de zonnewering is inmiddels dicht, ze krijgen er niks van mee. Ik hoor het, maar ik merk dat ik het blijf vragen. Raar, denk ik. Dan is ineens mijn Lief er. Hij neemt de rol van de dame die mijn hand vast hield over en ik begin te huilen. Hij is er, nu komt het zeker goed. We wachten op de ambulance, die er totaal 20 minuten over heeft gedaan. 

De mannen van de ambulance helpen me overeind. Dat lukt en dat is fijn om te merken. Alles lijkt nog te bewegen en ik kan praten. In eerste instantie dacht ik dat ik een tia gehad had maar stel mijn mening bij, als alles nog werkt, zal dat niet het geval zijn. De mannen van de ambulance doen binnen wat testjes en besluiten dat we naar de eerste hulp gaan. "Bent u bekend in het ziekenhuis?" vraagt er een. Ik vind het een rare vraag. Willen ze de route naar het ziekenhuis weten? Waarom weten ze dat niet? Doordat ik de vraag niet begrijp, komt er ook geen antwoord uit mijn mond. Ik vind dat raar, maar kan ook niet uitleggen wat er is. "Bent u wel eens in het ziekenhuis geweest?", vraagt de man weer. "Ja, ik heb een kind", antwoord ik. Voor mij volkomen duidelijk dat dat de reden was waarom ik in het ziekenhuis was, maar hij lijkt het geen relevante informatie te vinden. "Hoe oud is uw kind?". Ik antwoord dat ze 7 is en ik haar net naar school gebracht heb. Het is een heel merkwaardig gesprek en ik merk dat mijn denkvermogen behoorlijk te wensen over laat. Hij vind me afwezig en dat is blijkbaar de key tot het inpak proces. We gaan naar het ziekenhuis en ik krijg een infuus. Daar heb ik gelukkig geen vragen over, want ik weet dat dit standaard is. De mannen mopperen nog even op elkaar, ze hebben een meningsverschil over of er iemand mee mag in de ambulance. Ze besluiten van niet, maar zijn het duidelijk niet eens. De rit duurt zo'n 20 minuten. Niet dat ik enig tijdsbesef heb, maar we hebben de route vaak genoeg gereden. We praten niet echt onderweg. Ik ben moe en verbaas me over hoe comfortabel zo'n ambulance eigenlijk is. En dat ik door dit ritje waarschijnlijk wel in 1x door mijn eigen risico van de zorgverzekering heen ben.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Op school

Fietsen

On the road